Hoewel de wet niet direct bepaalt dat een huurder verplicht is de bedrijfsruimte ook daadwerkelijk te exploiteren, vloeit deze verplichting toch vaak voort uit de huurovereenkomst. In veel huurovereenkomsten is een bepaling opgenomen die de huurder verplicht de ruimte ook daadwerkelijk zelf te gebruiken.
Ook kan dit voortvloeien uit een belang dat de verhuurder bij gebruik van de bedrijfsruimte heeft. In het algemeen is de verhuurder niet gebaat bij leegstand omdat dit bijvoorbeeld goodwillverlies, waardeverlies of verpaupering van het gehuurde en eventueel de omgeving tot gevolg heeft. Kortom, vaak zal er op basis van de overeenkomst wel een exploitatieverplichting gelden.
De vraag is of een huurder altijd aan deze verplichting kan worden gehouden. Uit een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg blijkt dat dit niet altijd het geval is. Wat was er aan de hand?
In het geval van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg was er sprake van een winkelcentrum dat te kampen had met een sterke leegloop. Daarnaast was er sprake geweest van een grondverzakking, waardoor een gedeelte van het winkelcentrum tijdelijk was gesloten en voor een deel gesloopt. Dit had tot gevolg dat de toeloop van het publiek ook afnam. De huurder ging hierdoor verlies draaien. Daarbij heeft de verhuurder het ook niet voor elkaar gekregen om de leegstand tegen te gaan.
Gezien de hiervoor genoemde factoren was de voorzieningenrechter van mening dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om de huurder nog aan de exploitatieverplichting te houden.
De hiervoor geschetste situatie is in het huidige economische klimaat niet uitzonderlijk. Er zijn meerdere winkelcentra die te kampen hebben met leegstand dan wel leegloop. Op deze situaties zou de hiervoor genoemde uitspraak steeds relevant kunnen zijn.
Hoe kan Veldhuijzen & Nuiten u helpen?
Mocht u met de bovenstaande problematiek of andere huur- of vastgoedproblemen te maken hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met Jaap Wijnja.