Op 13 mei 2014 heeft het Europese Hof van Justitie in een baanbrekend arrest bepaald dat internet zoekmachines niet alleen doorgeefluiken zijn voor informatie, maar ook zelf verantwoordelijkheid hebben voor de inhoud van deze data. Dat resulteert in een recht om vergeten te worden door de zoekmachine. Maar hoe komt het hof tot deze uitspraak en hoe werkt het recht om vergeten te worden?
In de zaak Google tegen Gonzalez is het volgende aan de hand. Gonzalez is een Spaanse advocaat die hinder ervaart van een tweetal krantenartikelen waarin een executoriale veiling van zijn huis wordt aangekondigd wegens het niet betalen van sociale zekerheidspremies. Deze artikelen zijn in 1998 gepubliceerd, maar komen bij Google nog steeds bovenaan te staan wanneer zijn naam wordt ‘gegoogled’. De heer Gonzalez stapt naar het Spaanse College Bescherming Persoonsgegevens met een klacht tegen zowel Google als de krant die de artikelen nog online heeft staan.
De klacht tegen de krant wordt afgewezen omdat de publicatie een wettelijke grondslag had, namelijk een door de autoriteiten aangezegde veiling. De gegevens blijven derhalve online staan. De klacht tegen Google wordt echter toegewezen omdat ook Google valt onder Europese wetgeving die persoonsgegevens beschermt omdat zij gegevens verwerkt en rangschikt. Google laat het er niet bij zitten en gaat in beroep. De beroepsrechter heeft vervolgens gebruik gemaakt van het recht om prejudiciële vragen te stellen aan de hoogste Europese rechter, met de uitspraak van 13 mei tot gevolg.
De gestelde vragen hebben betrekking op de interpretatie van de Europese richtlijn EG/95/46 welke richtlijn inmiddels binnen de gehele EU, dus ook in Nederland in nationale wetgeving is verwerkt. Deze richtlijn stelt regels omtrent de verwerking van persoonsgegevens om het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer te waarborgen. De richtlijn onderwerpt de verwerking van persoonsgegevens aan een aantal regels. Verwerking wordt als volgt gedefinieerd:
“elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd met behulp van geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op enigerlei andere wijze ter beschikking stellen, samenvoegen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens.”
Google stelde zich op het standpunt dat niet zij, maar de eigenaren van de webpagina’s als enigen verantwoordelijk zijn voor de verwerking en dus onder de richtlijn vallen. Google vindt slechts die informatie op verzoek van derden en geeft dat door. Een zoekmachine is dan ook niet verantwoordelijk voor die gegevens en valt niet onder de richtlijn. De advocaat-generaal bij het Europese Hof was het hiermee eens en ook enkele lidstaten van de EU waren dezelfde mening toegedaan.
Het Hof beslist anders. Het Hof overweegt dat zoekmachines als Google systematisch gegevens verzamelen, indexeren en tijdelijk opslaan om vervolgens in een bepaalde volgorde te tonen bij een zoekopdracht. Daarbij is niet doorslaggevend dat de gegevens zelf niet door de zoekmachine worden gewijzigd.
Het Hof gaat vervolgens in op de machtspositie van de zoekmachine. Informatie wordt bij elkaar gebracht over een persoon en wereldwijd verspreid die anders niet toegankelijk zou zijn voor internetgebruikers omdat zij deze informatie niet zouden hebben gevonden of met elkaar in verband gebracht. Ook kan de indexering van gegevens ertoe leiden dat gebruikers via de resultatenlijst een gestructureerd overzicht krijgen van alle op internet over deze persoon vindbare informatie en daarmee een min of meer gedetailleerd profiel van die persoon kunnen opstellen.
De activiteiten van een zoekmachine kunnen derhalve het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer aantasten. Derhalve dient de zoekmachine, onafhankelijk van de oorspronkelijke webredacteur, eveneens als verantwoordelijk voor de verwerking van die gegevens te worden geacht. Zoekmachines vallen dus ook onverkort onder de werking van de richtlijn en zijn verplicht die regels te eerbiedigen bij het verzamelen en tonen van gegeven.
Vervolgens stelt het Hof vast hoever de verplichtingen van de zoekmachine dan reiken. Artikel 12 van de richtlijn bepaalt dat een ieder recht heeft op rectificatie, uitwissen of afscherming van gegevens die onjuist of onvolledig zijn. Maar in deze zaak draait het juist om een op zich rechtmatige publicatie in een krant die niet onjuist of onvolledig is. Het Hof gaat dan ook verder. Er kan ook om verwijdering worden gevraagd als gegevens op zich juist zijn, maar niet langer ter zake dienend of bovenmatig zijn voor de verwerking. Een persoon moet zich ook in dat geval kunnen wenden tot de zoekmachine met het verzoek bepaalde links te vergeten.
Het Hof geeft daarbij aan dat bij de beoordeling van een dergelijk verzoek moet worden onderzocht of de betrokkene er recht op heeft dat de informatie niet meer getoond wordt. Daarbij zal moeten worden afgewogen of de betreffende informatie een publiek belang dient, bijvoorbeeld op grond van de rol die iemand in het publieke leven speelt. Er dient derhalve een afweging gemaakt te worden tussen de belangen van de individu om vergeten te worden en het publiek belang bij het handhaven van toegang tot deze pagina’s. Daarbij is overigens niet van belang of ook de oorspronkelijke webredacteur is benaderd met een verzoek om rectificatie.
De ironie van deze zaak is wellicht dat de heer Gonzalez juist met deze uitspraak, waarin zijn verleden uitgebreid aan de orde komt, nooit op internet vergeten zal worden. De rest van Europa kan hem echter dankbaar zijn.
Wat betekent de uitspraak in de praktijk?
Inmiddels heeft Google een formulier ontwikkeld waarmee een verzoek kan worden gedaan om vergeten te worden. Vaste richtlijnen voor de beoordeling zijn er echter (nog) niet. Er zijn ook vele grensgevallen te bedenken. Is bijvoorbeeld de melding van een strafrechtelijke veroordeling voor rijden onder invloed van 5 jaar geleden nu wel of niet relevant voor een arts? Als we de arts vervangen met een rechter of politieagent, zal het antwoord ongetwijfeld ja zijn, maar er zijn veel beroepen waar een zekere mate van integriteit noodzakelijk wordt geacht en men kan twijfelen of informatie wel of niet relevant is. En wat te doen als sommige zoekmachines het verzoek wel accepteren, maar anderen weer niet?
Wordt het verzoek om vergeten te worden (in de praktijk moet aangegeven worden welke links uit de zoekresultaten verwijderd moeten worden) door Google of een andere partij afgewezen, dan staat beroep open bij het College bescherming persoonsgegevens, die de bevoegdheid heeft om de zoekmachine te bevelen alsnog aan het verzoek gehoor te geven. Ook staat de weg naar de rechter open. Aan de hand van die uitspraken zal de lijn bepaald gaan worden tussen relevante links en niet relevante links.
Hoe kan Veldhuijzen en Nuiten u helpen?
Omdat Google de grootste zoekmachine is en volgens velen de beste in het verzamelen van relevante zoekgegevens, richt de media aandacht na de uitspraak zich grotendeels op Google, maar er zijn meer zoekmachines en ook zij zullen zich aan de uitspraak van het Europese Hof moeten houden. Bij iedere zoekmachine dient derhalve de mogelijkheid geboden te worden om bepaalde informatie af te schermen.
Voor dergelijke verzoeken is geen advocaat vereist, maar als u een standaard antwoord krijgt waarmee uw verzoek wordt afgewezen, terwijl u er toch anders over denkt, kunnen wij u helpen om verdere acties te ondernemen. Daarbij is ook handig om te weten dat het dus niet alleen om verouderde of niet relevante informatie gaat, maar ook over informatie die onvolledig of onjuist is bijvoorbeeld gezien de context waarbinnen de informatie gezet is in de betreffende publicatie.
Voor vragen of meer informatie over dit artikel kunt u contact opnemen met Maria Bowmer.