Op grond van artikel 37 Faillissementswet kan een contractspartij, die voor afwikkeling van een overeenkomst met een faillissement van zijn contractspartner wordt geconfronteerd, de curator een termijn stellen om de contractuele verplichtingen na te komen en de overeenkomst 'gestand' te doen. Doet de curator de overeenkomst niet gestand, dan verliest de curator het recht om verdere nakoming van de andere partij te eisen.
Lang was onduidelijk wat nu precies de reikwijdte van deze bepaling is. Betekent artikel 37 nu dat de curator ook niet langer bevoegd is om betaling van reeds voor faillissement verrichte prestaties te vorderen? Met name in de bouw werd meestal het standpunt ingenomen dat de curator geen betaling kon eisen wanneer een project nog niet was afgerond op het moment van faillissement, ook al bevond het werk zich in een afrondende fase.
Op 2 december jl. heeft de Hoge Raad zich over deze problematiek gebogen. Een bouwbedrijf had zich in dit geval verbonden om een aantal woningen te bouwen. Bepaalde partijen hadden ook opdracht gegeven voor meerwerk, waarvoor een aanbetaling is gedaan. Gedurende de bouw is het bouwbedrijf failliet gegaan. Het meerwerk was toen nog niet afgerond, maar bevond zich kennelijk wel in een stadium dat er meer werk was verricht dan door de aanbetaling werd gedekt. De curator eiste dan ook betaling van het reeds per datum faillissement verrichte meerwerk, maar gaf tegelijk ook aan dat hij de werkzaamheden niet zou voltooien.
De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat een verklaring van de curator dat hij niet zal nakomen op grond van artikel 37 Faillissementswet, niet tot gevolg heeft dat de curator ook het recht verliest om van de tegenpartij de tegenprestatie te vorderen die op grond van de overeenkomst verschuldigd is geworden voor prestaties verricht voor datum faillissement.
Dit betekent dus ook dat de curator betaling kan vorderen van reeds verricht werk of geleverde diensten. Dit betekent overigens niet dat alle discussies hiermee uit de wereld zijn, want het kan zijn dat de andere partij schade geleden heeft of dat contractuele boetes zijn verbeurd, die verrekend zouden kunnen worden met de vordering van de curator. Ook kan het soms moeilijk zijn vast te stellen wat de waarde is van de reeds verrichte prestatie. Het valt dan ook te verwachten dat er de komende tijd meer bij de rechtbank geprocedeerd zal worden over de vraag of er geleden aan de faillissementsboedel verschuldigd zijn.
Hoe kan Veldhuijzen & Nuiten u helpen?
Wordt u geconfronteerd door een curator die betaling eist van bepaalde prestaties? Wij kunnen u adviseren of deze vordering reeel is en voor u in kaart brengen welke opties u heeft om hiertegen in verweer te gaan. Veldhuijzen & Nuiten is gespecialiseerd in faillissementsrecht en wij kunnen u snel en effectief adviseren of u wel of niet tot betaling verplicht bent.
Heeft u vragen of wenst u meer informatie naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust contact op met Pim Nuiten of Maria Bowmer.