Als ouders uit elkaar gaan verplicht de wet ouders om de zorg en omgang voor hun kinderen onderling te regelen, meestal via een ouderschapsplan. Maar hoe zit het dan met opa en oma? Hoe kan omgang tussen grootouder(s) en kleinkinderen geregeld worden na de echtscheiding?
Als het voor grootouder(s) niet mogelijk is om omgang te hebben met het kleinkind na de echtscheiding, dan kan omgang nu al soms afgedwongen worden via de rechter. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan.
Om omgang met een minderjarig kind af te kunnen dwingen, dient er sprake te zijn van een 'nauwe persoonlijke betrekking' tussen het kind en de grootouder die omgang wenst met het kind. In de praktijk komt het vaak voor dat grootouders zich hierop beroepen. Het aantonen van een nauwe persoonlijke betrekking wordt niet altijd even makkelijk aangenomen door de rechter.
Wanneer is er sprake van een nauwe persoonlijke betrekking? Rechters gaan hier verschillend mee om. De voorwaarde 'nauwe persoonlijke betrekking' vloeit voort uit het begrip ‘family life’ dat wettelijk is vastgesteld. Er moet sprake zijn van een band tussen grootouder(s) en kind, die voldoende hecht is. Zoals dat de opa en/of oma intensief en actief betrokken is bij de verzorging van het kind, zoals een oma die voorheen meerdere dagen in de week op de kleinkinderen paste. Hoe minder frequent het contact, hoe moeilijker het is om een nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen.
Houd er rekening mee dat bij de beoordeling door de rechter het belang van het kind voorop staat. Er kunnen nog steeds redenen zijn waarom er geen omgang wordt bepaald. Denk aan een aanhoudende negatieve houding van de grootouder met betrekking tot de ouder (ouderverstoting) of een ouder kind dat aangeeft geen behoefte aan omgang te hebben.
Op 25 juni 2024 is het voorstel ‘Wet drempelverlaging omgang’ aangenomen door de Tweede Kamer. Het doel van deze wet is om de omgang tussen grootouders en kleinkinderen wettelijk vast te leggen. Uit internationaal onderzoek is gebleken dat het voor grootouders in Nederland gecompliceerder is om omgang met een kleinkind af te dwingen in vergelijking met andere landen.
De voorwaarde ‘nauwe persoonlijke betrekking’ uit de huidige wet speelt hierbij een cruciale rol. Het bewijzen van een ‘nauwe persoonlijke betrekking’ tussen kleinkind en grootouder is op dit moment voor veel grootouder(s) lastig.
Door dit wetsvoorstel zal worden bewerkstelligd dat er voortaan minder zware bewijslast rust op de grootouder(s). De bewijslast wordt als het ware omgekeerd waardoor de andere belanghebbende (meestal de ouder die omgang tegenhoudt) dient te bewijzen dat er geen sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen grootouder(s) en kind. De rechter gaat er dus van uit dat er omgang dient te worden bepaald tussen grootouders en kinderen, tenzij er in de oude situatie geen of nauwelijks omgang was.
Als het belang van het kind zich verzet tegen de omgang, dan kan de verzochte omgang overigens nog steeds afgewezen worden.
Naast het verzoek om een omgangsregeling kunnen de grootouders bij de rechter ook verzoeken om een informatieregeling. Denk met name hoe de grootouder(s) geïnformeerd zullen worden over het kind en waarover zij geïnformeerd zullen worden. Hierdoor zal de grootouder alsnog betrokken blijven bij de opvoeding van zijn of haar kleinkind. De informatieregeling zal vooral van belang zijn als er geen omgang is bepaald of er weinig fysieke omgang is, bijvoorbeeld omdat grootouders in het buitenland wonen.
Dat is op dit moment nog niet bekend. Het wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Rechters lopen over het algemeen niet vooruit op wetgeving dat nog niet door beide kamers is goedgekeurd. Wel wordt de laatste jaren in de rechtspraak vaker het recht op omgang tussen kinderen en grootouders erkend.
Bent u een grootouder en heeft u weinig tot nauwelijks contact meer met uw kleinkind? Wenst u het contact te herstellen en wilt u geïnformeerd worden over uw kleinkind? Wij geven u hierin graag advies. Wij hebben een ervaren team van familierecht advocaten dat namens u actie kan ondernemen. Ook hebben wij ruime ervaring in situaties waar de betrokkenen in verschillende landen wonen.
Voor meer informatie over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Selma Akitürkmen.