Wie is de vader van het kind? Vaststelling van vaderschap via een DNA test

Soms is niet meteen duidelijk wie de vader van een kind is. In deze situatie is het raadzaam dat alle betrokkenen een DNA-test doen. Een eenvoudige test met een wattenstaafje verduidelijkt gemakkelijk wie de vader is. Maar wat als de moeder of de vermeende vader weigert mee te werken aan een DNA-test?

Kun je iemand fysiek dwingen een DNA-test te doen?

Nee, niet letterlijk. Iedereen heeft recht op lichamelijke integriteit, wat inhoudt dat mensen zelf kunnen bepalen wat er met hun eigen lichaam gebeurt. Het is niet mogelijk om iemand te dwingen DNA af te staan ​​voor onderzoek.

Een kind heeft echter ook het recht om te weten wie zijn of haar echte vader is en om te weten van wie het afstamt.

Bij een conflict moet de rechter beslissen welk recht prevaleert boven het andere: het recht op lichamelijke integriteit (geen DNA-test) of het recht van het kind om te weten van wie het afstamt (wel een DNA-test). Beide rechten zijn fundamentele mensenrechten en daarom van het grootste belang. In de meeste gevallen wordt het recht van het kind om de afstamming te kennen belangrijker geacht, maar niet altijd.

De vraag die een rechter altijd moet beantwoorden is: wat is in het belang van het kind? Als een DNA-test in het belang van het kind is, volgt meestal de beslissing om een ​​DNA-test af te nemen.

In zeer zeldzame gevallen is het misschien niet in het belang van het kind om te weten wie zijn of haar biologische vader is, bijvoorbeeld wanneer het kind reeds twee (wettelijke) ouders heeft waarvan wordt aangenomen dat zij de biologische ouders zijn. In een zaak die speelde bij de rechtbank Gelderland, oordeelde de rechter bijvoorbeeld dat een DNA-test niet zou leiden tot wijziging van het wettelijk vaderschap, dus zou een test niet in het belang van het kind zijn.

In de overgrote meerderheid van de gevallen is het recht van het kind om te weten wie zijn of haar biologische vader is, doorslaggevend. Als een DNA-onderzoek in het belang van het kind is en vaststaat dat de betrokkene mogelijk de vader is, zal de rechter doorgaans een DNA-onderzoek gelasten.

Maar hoe forceer je een DNA-test?

In Nederland kan de rechter stapsgewijs iemand dwingen een DNA-test te laten afnemen. Allereerst beslist de rechtbank dat een DNA-test noodzakelijk is en bij welk wetenschappelijk instituut de DNA-test moet worden afgenomen.

Als een partij de uitspraak negeert, legt de rechter eerst een geldboete (dwangsom) op. Voor elke dag dat de vermeende vader of de moeder zich niet aan het vonnis houdt, moet een door de rechtbank vastgesteld bedrag aan de tegenpartij worden betaald. Voor de moeder is de straf bedoeld om te bekrachtigen dat zij moet meewerken door het kind mee te nemen voor de DNA-test of door een thuistest uit te voeren met een wattenstaafje. Hoe langer het vonnis wordt genegeerd, hoe duurder het wordt voor de partij die de vaderschapstest weigert.

Als laatste redmiddel kan de rechtbank zelfs beslissen dat als de DNA-test nog steeds wordt geweigerd, de moeder of vermeende vader de gevangenis in moet totdat het gerechtelijk bevel is uitgevoerd. Dit laatste gebeurt zelden, maar de mogelijkheid bestaat, zoals het volgende geval laat zien.

Van boetes naar andere maatregelen

Rechtbank Maastricht, 21 maart 2021:

In 2018 kwamen de moeder en de vermoedelijke vader van het kind overeen om een ​​DNA-test te laten uitvoeren in het kader van een kort geding om het vaderschap vast te stellen. De vader kocht een commerciële DNA-test en deed zijn deel van de test. De moeder hield zich echter niet aan de afspraak. Ze weigerde het kind te testen.

In 2020 oordeelde de rechtbank dat de moeder binnen een maand een DNA-test op het kind moest laten uitvoeren door een kinderarts. Voor elke dag dat zij dit bevel niet naleeft, moet zij een boete van € 100 betalen aan de vermoedelijke vader, tot een maximumbedrag van € 5.000.

Omdat de moeder nog steeds weigerde de DNA-test te laten uitvoeren, ondernam de vermeende vader actie en vorderde de boetes via een gerechtsdeurwaarder. De moeder bleek echter niet te kunnen worden gedwongen de boetes te betalen, omdat zij een zeer laag inkomen had en een deurwaarder geen beslag kan leggen op een inkomen onder het sociaal minimum. Het negeren van het vonnis had dus geen financiële gevolgen voor de moeder. In maart 2021 heeft de rechtbank een heel duidelijk pad voor de moeder gecreëerd door te beslissen:

  • bij welke instelling de DNA test moet worden afgenomen;
  • dat de moeder binnen 14 dagen na de uitspraak een afspraak moet maken bij de instelling, waarbij de moeder de eerstvolgende mogelijke afspraak moet accepteren;
  • dat de moeder binnen 14 dagen na de uitspraak van de rechter de datum van het DNA-onderzoek aan de rechtbank meedeelt;
  • bij overtreding van dit bevel moet de moeder onmiddellijk de gevangenis in: in eerste instantie voor 12 uur; de volgende week gedurende 24 uur enzovoort. De duur wordt wekelijks met 12 uur verlengd tot een maximum van 72 uur. De vrouw moet de gevangenisstraf uitzitten totdat ze voldoet aan het gerechtelijk bevel;
  • partijen moeten de rechter informeren zodra de testuitslag beschikbaar is, zodat de rechter definitief kan beslissen of de vermeende vader de biologische vader van het kind is of niet.

Ook het feit dat de moeder in totaal vijf kinderen heeft en een alleenstaande ouder is, was voor de rechtbank geen reden om van een gevangenisstraf aft e zien. De moeder kan er immers voor zorgen dat ze niet in de gevangenis belandt door gehoor te geven aan het gerechtelijk bevel. We gaan ervan uit dat in dit geval inmiddels het vaderschap definitief is vastgesteld.

Is een DNA-test altijd nodig om het vaderschap vast te stellen?

Er zijn situaties waarin de rechter beslist wie de vader is zonder een DNA-test.

In Nederland is er geen wet die voorschrijft dat het vaderschap alleen kan worden vastgesteld door middel van een DNA-test. De rechter kan zijn beslissing ook baseren op een veronderstelling, bijvoorbeeld als de moeder van het kind duidelijk bewijs levert waarom een ​​bepaalde man de vader van het kind moet zijn. In deze gevallen kan de rechter het vaderschap vaststellen zonder DNA-onderzoek. Het is dan aan de vader om in beroep te gaan en het vaderschap te ontkennen: door DNA te verstrekken!

Tot slot

Kinderen hebben het recht te weten van wie ze afstammen. Rechtbanken onderzoeken daarom zorgvuldig wat in het belang van het kind is. Uiteindelijk zal het belang van het kind -en de waarheid- meestal prevaleren.

Hoe kan Bowmer Nuiten Noteboom u helpen?

We hebben een ervaren team van familierecht advocaten klaarstaan ​​om u bij te staan ​​in zaken met betrekking tot het juridisch vaderschap. Als u vragen heeft over het vaststellen van het vaderschap, neem dan contact met Selma Akitürkmen op.

Neem contact op