Tijdens een echtscheiding laten mensen zich niet altijd van hun beste kant zien. Dan kan de verleiding groot zijn om bepaalde zaken buiten de verdeling van goederen te houden door deze niet op te geven. Dat is helemaal verleidelijk als de andere echtgenoot niet weet dat een zaak of tegoed bestaat. De wet kent echter een harde sanctie op de verzwijging van goederen tijdens de echtscheiding.
Op grond van artikel 3:194 lid 2 Burgerlijk Wetboek verbeurt een echtgenoot die ‘opzettelijk tot de huwelijksgemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt’, zijn of haar aandeel in die goederen aan de andere echtgenoot. Als de andere echtgenoot er dus later achter komt dat er goederen verzwegen zijn, dan raakt degene die het goed verzwegen heeft alles kwijt. Juist omdat echtgenoten vooral afhankelijk zijn van elkaars inlichtingen over de omvang van de huwelijksgemeenschap, heeft de wetgever oneerlijke praktijken hard willen bestraffen.
Ook als sprake is van huwelijksvoorwaarden, kan het zijn dat er bij einde huwelijk tussen partijen financieel afgerekend moet worden. Als dan goederen verzwegen worden, kent artikel 1:135 Burgerlijk Wetboek dezelfde sanctie.
Omdat de sanctie op verzwijging zo zwaar is, heeft de wetgever wel een aantal strenge vereisten verbonden aan de toepassing van deze artikelen.
Zo moet de echtgenoot die iets verzwegen heeft of verborgen houdt ook weten dat het goed tot de gemeenschap behoort. Zo kan een echtgenoot bijvoorbeeld te goeder trouw menen dat een buitenlandse erfenis niet tot de huwelijksgemeenschap behoort, omdat dat in Nederland meestal niet het geval is.
Daarnaast is vaak discussie over wat de andere echtgenoot wel of niet wist voor de echtscheiding. Heeft de echtgenoot er al voor de verdeling iets over mee gekregen, dan is meestal geen sprake van verzwijging. De verstrekte informatie moet echter wel correct zijn of te verifieren.
De Hoge Raad heeft daarnaast bepaald dat vanwege de zwaarte van de sanctie hoge eisen moeten worden gesteld aan de stelplicht en bewijslast, die beiden op de echtgenoot die benadeeld is liggen. Het komt dan ook regelmatig voor dat een echtgenoot niet slaagt in het bewijs dat een goed opzettelijk is verzwegen. In dat geval kan de andere echtgenoot echter nog wel aanspraak maken op de helft van de waarde van het goed, omdat het goed niet tijdens de echtscheiding is verdeeld.
In de rechtspraak komen verschillende vormen van verzwijging voor. Het verzwijgen van bijvoorbeeld buitenlandse bankrekeningen of verzekeringspolissen kan relatief makkelijk vast te stellen zijn. Als ze op het moment van verdeling en tot de gemeenschap behoorden en ze zijn opzettelijk verzwegen, dan zal de waarde aan de andere partij kunnen verbeuren.
Er is echter ook een groot grijs gebied waarbinnen de rechter de acties van de verzwijgende echtgenoot moet beoordelen.
Contant geld
In een zaak die in 2018 bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch diende, had de vrouw in het jaar voor de echtscheiding meerdere malen contant geld van de gezamenlijke spaarrekening opgenomen. In totaal ging het om € 36.200. De man stelde dat de vrouw dit bedrag verborg, c.q. zoek had gemaakt. De vrouw stelde dat zij het geld al had uitgegeven. Op het moment van verdeling was het geld volgens haar simpelweg op. De man heeft echter ook ontdekt dat de vrouw in deze periode een bankkluis heeft gehuurd. Het hof overwoog als volgt:
“De vrouw heeft geen afdoende verklaring kunnen geven voor het feit dat zij in het zicht van de echtscheiding en met name in de periode voorafgaand aan het moment waarop zij het verzoek tot echtscheiding heeft ingediend, grote sommen geld in contanten heeft opgenomen van de en/of-rekening van partijen. De enkele verklaring dat het verdriet van een slecht huwelijk dat zijn einde nadert, werd gecompenseerd met leuke uitstapjes en genieten, is, zonder onderbouwing, die ontbreekt, daartoe onvoldoende. Het had op de weg van de vrouw gelegen om inzichtelijk te maken waaraan zij de in contanten opgenomen bedragen heeft besteed (bijvoorbeeld aan de hand van kwitanties, kassabonnen, facturen, tickets, entreebewijzen etc.).”
Het hof nam de vrouw ook kwalijk dat zij geen verklaring had voor het feit dat ze de bankkluis had gehuurd. Het hof verklaarde het bedrag verbeurd en veroordeelde de vrouw om het volledige bedrag aan de man terug te betalen. De rechtbank had in eerste aanleg overigens juist geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de vrouw te veroordelen.
Polissen
De rechtbank Zeeland-West Brabant (Middelburg) beoordeelde in 2017 een geval waarbij de man vlak voor de echtscheiding stiekem een verzekeringspolis afkoopt, die tot de huwelijksgemeenschap behoort, en de waarde van € 21.000 vervolgens weer contant opneemt. In eerste instantie gaf de man aan hiervan een auto te hebben gekocht, maar later stelde hij dat hij het geld (zwart) had uitgegeven aan een nieuwe keuken. Dit ging wat de rechtbank betrof niet op. Het was niet alleen onwaarschijnlijk is dat men zo vlak voor echtscheiding een dure nieuwe keuken zou willen plaatsen in de echtelijke woning, maar ook omdat er al een jaar daarvoor een nieuwe keuken geplaatst was. De rechtbank hield het er dus op dat de man het geld verborgen hield en de man werd veroordeeld om het gehele bedrag aan de vrouw te betalen.
Bruidsschat/ sieraden
Verbeuren kan ook letterlijk betekenen dat de verzwijger het goed zelf moet overhandigen. In een procedure bij de rechtbank Noord Holland ging het om een vrdwenen bruidsschat.
Partijen beschuldigden elkaar van het wegmaken van de sieraden, die naar Nederlands recht tot de huwelijksgemeenschap behoren. Op basis van Whatsapp gesprekken tussen partijen stelde de rechtbank vast dat de sieraden voor hun ‘verdwijning’ bij de man in bezit waren. De man stelde in de Whatsapp gesprekken de sieraden te hebben weggehaald uit de echtelijke woning en veilig te hebben opgeborgen. Zijn verhaal dat de vrouw de sieraden enkele dagen later uit de echtelijke woning had weggenomen, achtte de rechtbank dan ook onwaarschijnlijk. De man verbeurde daarmee ook zijn aandeel en werd veroordeeld om de sieraden aan de vrouw te overhandigen met een fikse dwangsom.
In deze zaak had de vrouw overigens heel goed gedocumenteerd om welke sieraden het ging. Als dit niet duidelijk is, zal een rechter over het algemeen geen specifieke veroordeling tot afgifte van een zaak kunnen uitspreken.
De vordering verjaart niet
Ook al komt men er jaren later pas achter dat er iets verzwegen is, kan er nog met succes een procedure gevoerd worden tot verbeurdverklaring van het aandeel van de ander. Dit komt omdat als een goed tot de huwelijksgemeenschap behoort en bij de echtscheiding is overgeslagen er daarna altijd nog verdeling kan worden gevorderd. Datzelfde geldt ook bij verzwijging van het goed omdat het gevolg hiervan is dat goed het niet is verdeeld.
Ontdekt u dat er goederen tijdens de echtscheiding zijn verzwegen of verborgen of twijfelt u andersom of een goed wel of niet tot de gemeenschap behoort? Onze sectie familierecht kan u een reele inschatting van uw kansen geven en samen met u beoordelen wat de opties zijn.
Neem gerust contact op met Maria Bowmer als u vragen heeft over dit artikel.